Het Upemba-Kundelungu National Park Complex in het zuidoosten van DRC bestaat uit een samenvoeging van de twee nationale parken Lake Upemba (opgericht in 1939) en Kundelungu (1970), aangevuld met enkele verbindingszones en vier naburige jachtdomeinen. Het uitgestrekte gebied, ongeveer zo groot als Nederland, herbergde oorspronkelijk een grote natuurlijke rijkdom: grote populaties olifanten, buffels, leeuwen, luipaarden, zwarte neushoorns, zebra’s en antilopen in een afwisselend landschap van meren, watervallen, bossen en savannes.
Bedreigingen voor wildlife
Ondanks de status van nationaal park konden stropers jarenlang hun gang gaan in Upemba-Kundelungu National Park Complex in het zuidoosten van DRC. Dit kwam door het gebrek aan handhavingscapaciteit en de algehele onveilige situatie in de regio. Inmiddels zijn de grote roofdieren vrijwel verdwenen, net als de zwarte neushoorn. Van de ongeveer honderdduizend olifanten die hier ooit rondliepen, zijn er nog tweehonderd over.
Tina Lain – IUCN NL‘Het Upembameer is bijna leeggevist door lokale vissers. Daarnaast vindt illegale landbouw en mijnbouw plaats en zijn er plannen voor een waterkrachtcentrale in het beschermde gebied. Het is echt vijf voor twaalf, maar er liggen ook grote kansen.’
Publiek-private samenwerking
In juli 2017 tekende ngo Forgotten Parks Foundation een overeenkomst voor vijftien jaar met de Congolese overheidsinstantie ICCN voor het beheer en de ontwikkeling van het Upemba-Kundelungu Complex. IUCN NL heeft deze publiek-private samenwerking via twee projecten ondersteund. Een hiervan project was gericht op het professionaliseren van het parkbeheer en het andere project op het verduurzamen van de visserij op het Upembameer samen met de lokale vissers.
Parkbeheer professionaliseren
Met het eerste project legden FPF en IUCN NL een solide basis voor het beheer en de lange-termijnontwikkeling van het Upemba-Kundelungu Complex, waarin de organisatie verder groeit op het gebied van investeringen, capaciteit, wetshandhaving en strategische partnerschappen binnen het gebied. In deze fase ligt de focus op drie interventies: een sterk managementteam en samenhangende organisatiestructuur opbouwen; een transparant systeem van financieel management en verantwoording opzetten; nieuwe mensen aannemen en opleiden, met duidelijke functieprofielen. ‘Het zijn vaak heel concrete activiteiten,’ vertelde Tina Lain, in die tijd senior expert environmental justice bij IUCN NL. ‘De nieuwe HR-manager inventariseerde bijvoorbeeld het personeelsbestand en legde taken, verantwoordelijkheden en beloning vast. Daarnaast werd uit de lokale omgeving een reeks nieuwe jonge rangers aangenomen en opgeleid. Je kunt merken dat zij echt trots zijn op hun uniform en hun functie.’
Duurzame visserij met lokale ondernemers
De bevolking rondom de meren in het gebied is grotendeels afhankelijk van de visserij. Maar het merendeel van de 80.000 vissers viste zelfstandig en ongereguleerd in de ondieptes langs de oever, de kraamkamer van vele vissoorten. Het gevolg: de visstand kelderde, de eiwitinname van de lokale bevolking daalde, net als het inkomen van de vissers. Lain: ‘Organisatie is hier de sleutel. We hielpen de vissers zichzelf te organiseren en een duurzame vorm van visserij op te zetten. Daarbij maakten we dankbaar gebruik van onze ervaring en ons netwerk in Lake Edward in Virunga.’
Ervaringen uit Virunga
In 2019 kwam een groep van zes vissersvoormannen en vertegenwoordigers van ngo’s uit Lake Edward naar het Upembameer. Deze ervaringsdeskundigen inventariseerden de situatie in het meer en deelden hun inzichten, ervaringen en oplossingen met de lokale vissers. Lain: ‘Met succes. Snel daarna vormden de vissers van Upemba een bond die onderling afspraken maakt en toeziet op de naleving, bijvoorbeeld bij een tijdelijk visverbod. Het resultaat: illegaal vissen is in korte tijd merkbaar teruggelopen. Een nieuw type vissersboot werd getest om de oudere, onveilige boten moet vervangen. Het uiteindelijke doel is dat vissers naar de diepere delen van het meer gaan, waar de volwassen vissen zitten, wat ook de voedselzekerheid vergroot.’
Plannen voor de toekomst
Met deze EU-projecten hebben we de basis gelegd voor een effectief management en een duurzame toekomst voor het Upemba-Kundelungu National Park Complex. Hierin zochten we zoveel mogelijk samenwerking met Virunga National Park. We gebruikten het ontwikkelingsmodel van de Virunga Alliance waarin behoud en herstel van biodiversiteit bijdraagt aan de economische ontwikkeling van het gebied. Een ambitie voor de toekomst is om grote diersoorten als olifant, leeuw, cheeta en later zwarte neushoorn te herintroduceren en een zeer aantrekkelijk gebied te ontwikkelen tot een toeristische hotspot.