De impact van diepzeemijnbouw op biodiversiteit, klimaat en gemeenschappen 

De vraag naar metalen als nikkel, mangaan en lithium neemt toe voor de productie van batterijen, zonnepanelen, smartphones en militaire wapens. De afgelopen jaren is er een groeiende interesse in de bodemschatten van de diepzee. Dit artikel belicht de mogelijke gevolgen van diepzeemijnbouw voor de biodiversiteit, het klimaat en gemeenschappen. 

Diepzeemijnbouw is het verwijderen van metalen en mineralen van de zeebodem op een diepte van meer dan 200 meter. Er zijn verschillende soorten diepzeemijnbouw, afhankelijk van het soort erts dat men wil exploiteren. Het meest geavanceerde qua technologie en winningsproces op het International Seabed Authority (ISA) is de winning van mangaanknollen. Maar er zijn ook diepzeemijnbouwplannen om de kobaltrijke korsten van onderzeese bergen en hydrothermale bronnen te ontginnen voor polymetaalsulfiden.  

Afzettingen van deze metalen en mineralen zoals mangaan, nikkel en kobalt hebben zich in de loop van miljoenen jaren op de zeebodem opgebouwd. Mijnbouwbedrijven beweren dat deze mineralen nodig zijn om te voldoen aan de behoeften van fabrikanten van elektrische voertuigen en schone energie-infrastructuur. Rapporten en experts blijven echter benadrukken dat diepzeemineralen niet nodig zijn voor deze groene transitie[1]Bron: https://easac.eu/publications/details/deep-sea-mining-assessing-evidence-on-future-needs-and-environmental-impacts

Diepzeemijnbouw bevindt zich nog in de experimentele fase, waardoor de gevolgen voor diepzee-ecosystemen en het klimaat nog grotendeels onbekend zijn. Maar met de informatie die er wel is hebben wetenschappers gewaarschuwd dat biodiversiteitsverlies als gevolg van diepzeemijnbouw onvermijdelijk zal zijn – en hoogstwaarschijnlijk onomkeerbaar [2]Bron: https://deep-sea-conservation.org/key-threats/. In januari 2024 bevestigde Nederlands onderzoek de risico’s voor soorten die in de diepzee leven[3]Bron: https://nos.nl/artikel/2506863-oceaanbodem-barst-van-het-leven-dilemma-voor-winning-kostbare-metalen

Mangaanknollen 

Afzettingen van metalen en mineralen hebben zich ontwikkeld tot mangaanknollen die in grootte variëren van kleine deeltjes die alleen zichtbaar zijn onder een microscoop tot grote pellets met een diameter van meer dan 20 centimeter. De meeste knollen hebben echter een diameter tussen de 3 en 10 cm. Ze liggen op de zeebodem, vaak geheel of gedeeltelijk begraven. Ze variëren sterk in dichtheid, in sommige gevallen raken ze elkaar en bedekken ze meer dan 70% van het zeebodemoppervlak. Mangaanknollen worden zowel in ondiepe (bijv. de Oostzee) als in diepere wateren (bijv. het centrale deel van de Stille Oceaan) gevonden. 

Locatie van diepzeemineralen en landen met exploratievergunningen 

Pluimen 

De effecten van sedimentpluimen en geluid als gevolg van diepzeemijnbouw. Een sedimentpluim in de diepzee heeft potentiële effecten op individuele organismen, maar ook op populaties en ecosysteemdiensten.

Exploratie- en exploitatieactiviteiten door enorme machines creëren pluimen van fijne deeltjes die zich over de zeebodem verspreiden, weg van het gebied waar ze mijnen. Bovendien worden de mangaanknollen inclusief het sediment dat rondom deze grondstoffen zit naar een schip aan het zeeoppervlak worden vervoerd. Vervolgens worden ze ontwaterd en dit afvalwater wordt teruggevoerd naar zee, waardoor een pluim ontstaat met een mengsel van opgelost materiaal en zwevende deeltjes van verschillende grootte (zie animatie). Een turbulentere omgeving vertraagt de bezinking van de deeltjes op de zeebodem door ze hoger in de waterkolom te roeren. Dit verspreidt de impact van de pluim over een groter gebied en vermindert tegelijkertijd de intensiteit ervan. Modellen suggereren dat de pluimen een gebied van enkele tienduizenden vierkante kilometers voorbij mijnbouwlocaties kunnen bestrijken, met sedimentniveaus in het water die veel hoger zijn dan de hoeveelheid waaraan dieren in het gebied zich hebben aangepast[4]Bron: https://www.eu-midas.net/sites/default/files/downloads/MIDAS_research_highlights_low_res.pdf

Diepzee-ecosystemen 

De diepzee is het minst onderzochte biotoop op aarde. De omstandigheden in de diepzee zijn een combinatie van lage temperaturen, duisternis en hoge druk. De extreme omstandigheden maken de omgeving moeilijk toegankelijk en te onderzoeken en daarom is er heel weinig bekend over diepzee-ecosystemen. De laagste ecologische zone in een waterlichaam wordt de bentische zone genoemd, deze zone omvat ook de sedimenten op de zeebodem. De bentische biodiversiteit speelt een belangrijke rol in het functioneren van mariene ecosystemen, waaronder het transport van energie, opgeloste stoffen en materialen binnen sedimenten en tussen sediment en water. 

Onderzoekers hebben een verbazingwekkende diversiteit aan microscopisch leven onthuld dat gedijt in de bentische zone [5]Bron: https://www.sciencealert.com/dna-shed-by-deep-sea-organisms-reveals-an-abyss-teeming-with-life. Ze bemonsterden de oceaanbodem op honderden punten over de hele wereld en analyseerden het sediment dat op elke plek werd verzameld op omgevings-DNA (eDNA). De onderzoekers concludeerden dat bijna tweederde van de bentische diversiteit aan geen enkele bekende biologische groep kan worden toegewezen. 

Andere onderzoekers hebben aangetoond dat velden met mangaanknollen hotspots van overvloed en diversiteit zijn[6]Bron: https://phys.org/news/2016-06-polymetallic-nodule-fields-hotspots-abundance.html. Veel van de zeer kwetsbare fauna leeft vastgehecht aan knollen of in het sediment er direct onder. De meeste soorten moeten nog ontdekt worden, maar wetenschappers denken dat er wel 10 miljoen soorten in de diepzee leven. Een recente studie concludeerde dat meer dan 90% van de waargenomen soorten in de Clarion-Clipperton Zone, een van de eerste potentiële gebieden voor commerciële diepzeemijnbouw, momenteel onbeschreven zijn door de wetenschap, wat duidelijk maakt hoe weinig we weten over diepzee-ecosystemen[7]Bron: https://doi.org/10.1016/j.cub.2023.04.052

Een hydromedusa, gezien net over de 3900 m en net boven de zeebodem langs de westwand van Mona Canyon. © NOAA OKEANOS EXPLORER Programma, Oceano Profundo 2015; verkenning van de zeebergen, geulen en troggen van Puerto Rico. 
Vleermuisvis (Halieutichthys sp.). © NOAA OKEANOS EXPLORER Programma, Golf van Mexico 2014 Expeditie.

Hoewel er meer onderzoek nodig is naar de (lange termijn) impact van diepzeemijnbouw, blijven wetenschappers waarschuwen voor de mogelijke gevolgen die de diepzeemijnbouw kan hebben. De meest directe impact van diepzeemijnbouw zou het verlies van soorten en de fragmentatie of het verlies van de structuur en functie van ecosystemen zijn. Het lawaai van de machines zou van invloed zijn op dieren in de oceanen, het afschrapen van de zeebodem zou dieren en planten doden en de sedimentpluimen zouden het zeeleven in alle zones van de oceaan verstikken en beïnvloeden. De schade aan de diepzee-ecosystemen zou hoogstwaarschijnlijk blijvend zijn. 

Diepzeemijnbouw zou ook gevolgen hebben voor de hogere oceaanniveaus. Door de opstapelende druk van overbevissing, klimaatverandering en vervuiling dreigen de oceanen en al het zeeleven in te storten. Diepzeemijnbouw is een relatief nieuwe toevoeging aan de lijst van bedreigingen voor de oceanen, maar de gevolgen kunnen catastrofaal zijn. 

Wetenschappers hebben de oceaan verdeeld in vijf hoofdlagen, die “zones” worden genoemd. De oppervlaktelaag van de oceaan staat bekend als de fotische zone en strekt zich uit van het oppervlak tot 200 meter. Het staat ook wel bekend als de zonlichtzone omdat hier het meeste zichtbare licht is. Bij dat licht hoort ook warmte. Volgens het Milieuprogramma van de VN (UNEP) is 60% van ’s werelds belangrijkste mariene ecosystemen in de zonlichtzone aangetast of wordt er niet op duurzame wijze gebruik van gemaakt. Sinds de jaren 80 is naar schatting 20% van de mangroves wereldwijd verloren gegaan en is 19% van de koraalriffen verdwenen. De IUCN heeft vastgesteld dat bijna 10% (meer dan 1.550 van de 17.903 beoordeelde zeedieren en -planten) van de wereldwijde mariene soorten met uitsterven wordt bedreigd. 

Diepzee zones.

Naarmate we dieper in grotendeels onontdekte plaatsen duiken, daalt de temperatuur en neemt de druk in een verbazingwekkend tempo toe. Op de meest extreme diepten, waar het licht niet meer kan doordringen, zijn enkele van de meest bizarre en fascinerende wezens in de zee te vinden. De ISA werkt aan een mijnbouwcode voor diepzeemijnbouw in internationale wateren. In 2024 zullen de lidstaten van de ISA-vergadering bijeenkomen om de impact van diepzeemijnbouw op het mariene milieu te bespreken. Veel deskundigen hopen dat dit zal leiden tot een ‘voorzorgspauze’ of moratorium. Tot nu toe hebben 24 landen opgeroepen tot een moratorium of pauze voor de industrie. Terwijl de ISA werkt aan een code voor de internationale wateren, zouden landen al mijnbouwprojecten kunnen starten in hun eigen binnenlandse wateren[8]Bron: https://www.wri.org/insights/deep-sea-mining-explained

Invloed van diepzeemijnbouw op het klimaat 

Diepzeemijnbouw kan een schadelijke invloed hebben op het klimaat. Niet alleen is diepzeemijnbouw een energie-intensieve industrie met een hoge uitstoot van broeikasgassen, maar een verstoring van de oceaanbodem, die verreweg de grootste koolstofopslag op aarde is, kan leiden tot verminderde koolstofvastlegging en het vrijkomen van grote hoeveelheden van het krachtige broeikasgas methaan, waardoor de klimaatcrisis verergert[9]Bron: https://phys.org/news/2024-01-disturbing-seabed-climate-worse.html

Lokale gemeenschappen 

Een gebied dat van bijzonder belang is voor diepzeemijnbouwbedrijven is de Clarion-Clipperton Zone in de Stille Oceaan. Tot nu toe hebben al 17 diepzeemijnbouwbedrijven exploratiecontracten voor deze zone ontvangen, hun gecombineerde exploratiegebieden beslaan ongeveer 1 miljoen vierkante kilometer[10]Bron: https://www.isa.org.jm/exploration-contracts/polymetallic-nodules/

De oorspronkelijke bewoners van de eilanden in de Stille Oceaan zien zichzelf als beheerders, niet als eigenaren, van de oceaan en zijn hulpbronnen. Deze relatie houdt verband met traditionele inheemse opvattingen over de onderlinge verbondenheid van de oceaan en hoe deze als een netwerk fungeert voor riffen en andere ondiepe wateren[11]Bron: https://pacificpeoplespartnership.org/deep-sea-mining-in-tonga-nauru-and-kiribati/. Het is begrijpelijk dat veel leden van maatschappelijke organisaties en traditionele leiders zich hebben uitgesproken tegen diepzeemijnbouw, voornamelijk uit bezorgdheid over de gezondheid van hun beschermde wateren. 

In Papoea-Nieuw-Guinea (PNG) eist de Alliance of Solwara Warriors– bestaande uit NGO’s, oorspronkelijke bewoners en religieuze groeperingen verspreid over verschillende eilandprovincies – een permanent verbod op diepzeemijnbouw in de wateren van PNG. De alliantie noemt het diepzeemilieu het “gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid” en stelt dat de wereld “er niet eens aan moet denken om deze gebieden te exploiteren”. Ze vrezen dat de overheid zich alleen richt op het rendement van de investering die diepzeemijnbouw zal opleveren en zich niet bekommert om het levensonderhoud van de mensen. “We zouden de beschermer moeten zijn van de grondstoffen die de schepping ons heeft gegeven. Niet alles wat we hebben is in geld uit te drukken.” De Alliance of Solwara Warriors stelt dat PNG geen behoefte heeft aan diepzeemijnbouw. “We zijn gezegend met overvloedige visgronden, productieve landbouwgronden en zeeleven. Mijnbouw op de zeebodem zou alleen ten goede komen aan een klein aantal mensen die al rijk zijn en geen welvaart brengen aan onze gemeenschappen en inheemse levenswijzen.” 

Oproep tot actie 

Diepzeemijnbouw zou niet alleen leiden tot het onomkeerbare verlies van soorten en de zeebodem voor duizenden jaren beschadigen, het zou mogelijk ook negatieve gevolgen hebben voor de rest van de oceaan, het klimaat en de miljoenen mensen die afhankelijk zijn van de gezondheid van de oceaan. 

De wereld heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor het welzijn van de mariene ecosystemen en de mensen die afhankelijk zijn van en verbonden zijn met deze gebieden. We moeten de oceaan beschermen tegen diepzeemijnbouw en mens en natuur boven winst stellen. 

Op het IUCN World Conservation Congress in Marseille (september 2021) hebben IUCN-leden Resolution 122 aangenomen om ecosystemen en biodiversiteit in de diepzee te beschermen door middel van een moratorium op diepzeemijnbouw, tenzij en totdat (onder andere) de risico’s van mijnbouw volledig zijn begrepen en effectieve bescherming kan worden gewaarborgd, en beleid is ontwikkeld en geïmplementeerd waarin circulaire economische principes voor hergebruik en recycling van mineralen zijn opgenomen. 

We dringen er bij de publieke sector en het bedrijfsleven in Nederland, de Europese Unie en elders op aan om het moratorium op diepzeemijnbouw te respecteren en uit te breiden en meerdere gevolgen van diepzeemijnbouw te voorkomen – het verlies van soorten, de fragmentatie of het verlies van de structuur en functie van ecosystemen en het verlies van levensonderhoud voor mensen die afhankelijk zijn van en verbonden zijn met deze gebieden. 

Bottom Line! 

Dat we in de versnelling moeten om over te stappen van fossiele naar hernieuwbare energie staat buiten kijf. De vraag naar bepaalde grondstoffen stijgt echter enorm door de energietransitie. Deze grondstoffen worden vaak gewonnen in gebieden met een unieke biodiversiteit, zoals tropisch bos, wat leidt tot grootschalige natuurvernietiging. Dit is natuur waar we niet zonder kunnen: het voorziet miljoenen mensen van voedsel en schoon drinkwater en helpt ons klimaatverandering tegen te gaan. Daarom werkt een coalitie van Nederlandse en internationale maatschappelijke organisaties met het project Bottom Line! aan een eerlijke energietransitie met zo min mogelijk impact op mens en natuur. Niet alleen in Nederland, maar ook in de landen waar de grondstoffen worden gewonnen. 

De Bottom Line! coalitie bestaat uit de volgende organisaties: Alliance for Tompotika Conservation (AlTo) Indonesië, Alyansa Tigil Mina (ATM) Filipijnen, A Rocha Ghana, Deep Sea Conservation Coalition (DSCC), IUCN NL, Natuur & Milieu en Stop Ecocide NL. Bottom Line! wordt mede mogelijk gemaakt door steun van de Nationale Postcode Loterij. 

Meer informatie

Evelien van den Broek
Senior Expert Environmental Justice
Maartje Hilterman
Project Leader – Forests for a Just Future
Mark van der Wal
Senior Expert Ecosystems & Extractives