Landaankoopfonds ambassadeur Arjan Dwarshuis doneert aan de natuur
16 december, 2024
Woensdag 02 januari 2019
Headerfoto door: Henk Simons
De rol van lokale en inheemse gemeenschappen bij de besluitvorming over een landschap is essentieel. In rurale gebieden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika wonen gemeenschappen vaak al generaties lang in één gebied. Voor hun levensonderhoud zijn zij veelal afhankelijk van de hen omringende natuur die ze om die reden op een duurzame manier gebruiken en beheren. Als in het gebied veranderingen plaatsvinden, bijvoorbeeld door de aanleg van een industriële plantage of een mijn, heeft dat grote gevolgen voor hun bestaanszekerheid.
Hoewel deze gemeenschappen veel kennis hebben over het landschap en de natuur en zij als eerste de (negatieve) gevolgen van veranderingen daarin ondervinden, worden zij in veel landen nauwelijks betrokken bij de besluitvorming over het landschap. Daardoor worden ze overvallen door ontwikkelingen, zoals de aanleg van wegen en de komst van bedrijven, die er bijvoorbeeld toe leiden dat hun land wordt ingenomen, of dat ze geen toegang meer hebben tot producten uit het bos.
Dit druist niet alleen in tegen hun recht op beschikbaarheid van water, voedsel en bouwmaterialen, hun recht op religieuze plekken en inspraak, maar kan bovendien leiden tot ernstige conflicten, waarbij gemeenschappen te maken krijgen met stigmatisering als crimineel of rebel of met de inzet van veiligheidstroepen die geweld gebruiken om protesten tegen landonteigening voor grote projecten te onderdrukken. Uit cijfers van Global Witness (2020) blijkt dat in 2019 212 mensen zijn vermoord omdat zij opkomen voor de bescherming van hun land en natuur.
Door een open dialoog en transparante besluitvorming kunnen conflicten worden voorkomen. Bovendien is de inbreng van lokale en inheemse groepen, dankzij hun uitgebreide kennis gebaseerd op de traditie van vele generaties, cruciaal om te komen tot duurzaam landschapsbeheer. Maatschappelijke organisaties, zoals IUCN NL en haar lokale partners, slaan daarom de brug tussen deze gemeenschappen en invloedrijke partijen, zoals overheden en private ondernemingen.
Om te voorkomen dat gemeenschappen overvallen worden door ontwikkelingen in hun leefgebied, is toegang tot informatie essentieel. “We faciliteren dat mensen geïnformeerd worden over op handen zijnde ontwikkelingen en de verwachte impact daarvan,” vertelt Evelien van den Broek, Senior Expert Environmental Justice bij IUCN NL. Daarbij worden gemeenschappen op de hoogte gesteld van hun rechten, zoals het recht op Free Prior and Informed Consent (FPIC), en ondersteund in de uitoefening van deze rechten.
“We organiseren bijvoorbeeld trainingen op het gebied van milieueffectrapportages,” vertelt Van den Broek. Daarin wordt met ondersteuning van de Commissie MER informatie gegeven over bepaalde procedures, zoals EIA en SEA, in welke gevallen die verplicht zijn en hoe gepleit kan worden voor meer transparantie en inspraak in deze procedures.
Tevens brengen we gemeenschappen in contact met maatschappelijke organisaties of juristen die hen kunnen ondersteunen. “Zo zorgen we ervoor dat gemeenschappen op de hoogte zijn van hun rechten en dat ze worden voorbereid op inspraakprocedures waar ze hun stem kunnen laten gelden.”
Lokale en inheemse gemeenschappen hebben meestal een (traditionele) organisatiestructuur. Om te participeren in overleggen over nieuwe bestemmings- en investeringsplannen, moet deze structuur soms nieuw leven ingeblazen worden of versterkt worden. Ook kan het nuttig zijn om in dorpen specifieke organisaties op te richten zoals vrouwen-, jongeren- en natuurwerkgroepen, of om de krachten te bundelen met omliggende dorpen. Door het oprichten en versterken van deze gemeenschapsorganisaties ontstaat een platform dat gemeenschappen in staat stelt mondiger te worden en hen stimuleert om zich uit te spreken over ontwikkelingen in het landschap.
Met name op sub-nationaal niveau kunnen gemeenschappen een rol spelen in ontwikkelingsplanning. “In hun eigen leefomgeving kunnen gemeenschappen zichtbaar het verschil maken,” vertelt Van den Broek. “Bijvoorbeeld in Papua, waar een gemeenschap er door zich te organiseren in slaagde om financiering uit het dorpsbudget te krijgen voor bescherming van de mangrovebossen, die belangrijk zijn als broedplek voor vis en schaaldieren en als kustbescherming.”
In veel landen zijn collectieve landrechten nauwelijks vastgelegd en worden daardoor niet erkend. Pas op het moment dat er concessies uitgegeven worden voor plantages of mijnbouw, komen gemeenschappen erachter dat hun land ze zomaar afgenomen kan worden.
Om dat te voorkomen ondersteunen we gemeenschappen in het veiligstellen van hun landrechten door gebruik te maken van sociale bosbouwprogramma’s waarin gebruiks- en beheerrechten worden toegekend aan gemeenschappen. In Indonesië bijvoorbeeld, worden gemeenschappen in Kalimantan gesteund in het in kaart brengen van hun land en het aanvragen van een vergunning voor een dorpsbos of een inheems bos. “Het is een uitgebreide, bureaucratische procedure, die moet leiden tot het verkrijgen van het recht om de komende 35 jaar het bos te beheren en de bosproducten te gebruiken,” vertelt Van den Broek.
Daarnaast organiseren we trainingen waarin gemeenschappen leren om bosproducten te verwerken en te vermarkten. “Daarmee kunnen gemeenschappen hun eigen levensomstandigheden verbeteren en een duidelijk alternatief laten zien voor grootschalige ontwikkeling gebaseerd op miljoeneninvesteringen van grote industriële bedrijven.”
Gemeenschappen zijn de aangewezen partij om toe te zien op te naleving van geldende wet- en regelgeving, zeker daar waar de overheid te weinig capaciteit heeft voor toezicht. In Myanmar, bijvoorbeeld, hebben NGO’s ervoor gepleit dat de overheid instemde met een lijst criteria waar de mijnbouwsector aan moet voldoen. Toezichtscommissies bestaande uit leden van lokale gemeenschappen voeren aan de hand van die checklist controles uit en melden misstanden bij het bevoegde ministerie, dat daarop actie moet ondernemen.
Doordat organisaties in het maatschappelijk middenveld de brug slaan tussen lokale gemeenschappen en andere partijen in een landschap, kan de lokale bevolking een waardevolle bijdrage leveren aan ontwikkelingsplanning op sub-nationaal of regionaal niveau. Bovendien kunnen inspraakprocedures en transparante besluitvorming ernstige conflicten voorkomen.