Liliana Jauregui Bordones nieuwe directeur IUCN NL
28 november, 2024
Dinsdag 09 maart 2021
Centraal stond de noodkreet van jongeren om tijdens de Tweede Kamerverkiezingen te kiezen voor een leefbare wereld. Het manifest ‘Tijd voor biodiversiteit – Een leefbare wereld is een kwestie van kiezen’, geschreven door jongeren en wetenschappers, vormde de basis voor het debat.
Experts en jongeren gingen in debat met elf politici: Laura Bromet (GroenLinks), Cees de Jong (CDA), Frank Wassenberg (PvdD), Ellen Verkoelen (50PLUS), Ernst Boutkan (Volt Nederland), Femke Wiersma (BoerBurgerBeweging), Gideon van Meijeren (FvD), Frank Futselaar (SP), Jan Klink (VVD), Hermen Vreugdenhil (CU) en Tjeerd de Groot (D66).
‘De biodiversiteits- en klimaatcrisis is een feit. Maar van de biodiversiteitsdoelen die we 10 jaar geleden met elkaar afspraken, is er nog geen één gehaald. De generaties die nu aan de knoppen zitten, lijken hier nog niet van wakker te liggen, maar jongeren wel. Het lijkt wel alsof onze ouders en grootouders zich heel veel zorgen maken om onze toekomst, behalve waar het gaat om het achterlaten van een leefbare wereld.’ Hiermee trapte Aniek Moonen van de Jonge Klimaatbeweging het Groene Verkiezingsdebat af.
Alle aanwezige politieke partijen waren het hiermee eens, FvD uitgezonderd. In het debat ging het vervolgens over de vraag hoe jongeren structureel een stem krijgen in het klimaat- en biodiversiteitsbeleid. Laura Bromet (GroenLinks) en Ernst Boutkan (Volt Nederland) vinden dat jongeren vanaf 16 jaar stemrecht moeten krijgen. Daarnaast wil GroenLinks een klimaatadviesraad met daarin ook jongeren en wil Volt een generatietoets in de Tweede Kamer. Om te voorkomen dat jongere generaties de dupe worden van nieuw beleid, moeten plannen voortaan worden gecheckt op de gevolgen voor jongeren.
‘Het beleid op klimaat en biodiversiteit is in Den Haag te versnipperd belegd om effectief te zijn. Dit zien we ook aan de stagnatie in biodiversiteitsherstel in Nederland. Voor alle andere essentiële zaken in onze samenleving is een vakministerie: volksgezondheid, economie, voedsel, defensie. Een ministerie dat alle ecologische kennis, bevoegdheden en budgetten bij elkaar brengt om de klimaat- en biodiversiteitscrisis op te lossen is hard nodig. Het is de beste garantie voor een rechtvaardige en duurzame toekomst’, aldus Coenraad Krijger, directeur van IUCN NL.
Dit pleidooi werd onderschreven door Frank Wassenberg (PvdD): ‘Natuurherstel redt je niet alleen met extra geld. Je moet het integraal aanpakken met een ministerie voor klimaat en biodiversiteit dat in overleg met andere ministeries beleid toetst. Zo voorkom je dat beleid het klimaat of de biodiversiteit schaadt.’ Frank Futselaar (SP) legt liever een andere focus: ‘Zorg voor voldoende geld, zorg voor ambitieuze doelstellingen en centraliseer het natuurbeleid.’
Koos Biesmeijer, Hoogleraar Natuurlijk kapitaal en wetenschappelijk directeur van Naturalis, pleitte voor meer aandacht voor educatie en onderzoek. ‘Investeer veel meer in onderzoek en educatie over klimaat en biodiversiteit en maak het voor iedereen toegankelijk. Onderwijs is heel erg belangrijk, we kunnen pas handelen als we kennis hebben. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen niet weten wat biodiversiteit is.’ Dat meer kennis sowieso loont, maakte hij ook duidelijk: ‘De rapporten van de Wereldbank laten het zien: voor elke euro die we besteden aan klimaat of biodiversiteit, krijgen we er negen terug. De aarde is beter in economie dan wij.’
Tjeerd de Groot (D66) beaamde dat er meer kennis nodig is om de biodiversiteitscrisis op de juiste wijze aan te pakken. ‘Heel veel kennis wordt bij boeren gebracht vanuit veevoer- en pesticidefabrikanten, er is meer ecologische kennis voor boeren nodig.’
Eva Koffeman, VN Jongerenvertegenwoordiger Biodiversiteit en Voedsel, besloot het debat met de laatste stelling over consuminderen. ‘Nederland consumeert alsof we drie aardbollen tot onze beschikking hebben. Als we alle grondstoffen over de hele wereld zouden verdelen, zou onze voorraad elk jaar al binnen 4 maanden op zijn.’
Cees de Jong (CDA) pleitte voor consuminderen en financiële prikkels om de milieuvoetafdruk te verminderen, maar is geen voorstander van een vleestaks. Hermen Vreugdenhil (CU) en Ellen Verkoelen (50PLUS) zijn dat wel, en willen de opbrengst van de vleestaks rechtstreeks inzetten voor verduurzaming.
In de afsluiting benadrukte gedragswetenschapper Reint Jan Renes dat aandacht voor biodiversiteit en klimaat een constante in de aanpak vanuit de overheid zou moeten zijn: ‘Iedere dag weer, met iedere actie die je doet, kies je en stem je voor groen of niet. Niet alleen op 17 maart.’
Heb je het debat gemist? Hieronder kun je het terugkijken.