Eerste 1.000 schimmelsoorten op IUCN Rode Lijst tonen…
27 maart, 2025
Donderdag 27 maart 2025
Headerfoto: Akkerrand met bloemen (c) Fanny Verkuijlen/IUCN NL
Wij verwelkomen dat Nederland haar internationale verplichting nakomt om een Nationaal Biodiversiteitsplan op te stellen. Hiermee wordt duidelijk hoe Europees en Caribisch Nederland in de komende 5 jaar zullen bijdragen aan de actiedoelen van het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (KM-GBF). Het Nationaal Biodiversiteitsplan biedt een overzicht van het Nederlandse biodiversiteitsbeleid, met beleid voor een aantal van de actiedoelen. Het is ook goed om te constateren dat de Europese Natuurherstelverordening vervlochten zit door het Nationaal Biodiversiteitsplan. Dit bevordert de synergie tussen het VN-Biodiversiteitsverdrag en de EU Green Deal.
Hoewel het Nationaal Biodiversiteitsplan aandacht besteedt aan elk van de biodiversiteitsdoelen, is het onwaarschijnlijk dat het plan voldoende maatregelen bevat om biodiversiteitsverlies te stoppen en om te keren naar herstel in 2030, zoals ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) al waarschuwde[1]De betekenis van het VN ‘Kunming-Montreal Raamwerk voor biodiversiteit’ voor het Nederlandse beleid | Planbureau voor de Leefomgeving. Wij constateren dat er voor geen van de doelen nieuw beleid is voorgesteld. Dit klemt te meer omdat de EU Natuurherstelverordening nu van kracht is. Voor het beschermen van 30% van het landoppervlak (onderdeel van actiedoel 3) wordt er voornamelijk gekeken naar de afronding van het Natuurnetwerk Nederland. De realisatie daarvan ligt echter flink achter op schema en zou in het huidige tempo nog tot ver na 2030 duren. En zelfs dan leidt een afgerond Natuurnetwerk Nederland slechts tot 27% en is extra natuurareaal noodzakelijk om tot de vereiste 30% te komen. Extra natuur is ook vereist onder de Natuurherstelverordening om te zorgen voor een goede staat van instandhouding van soorten. Als Nederland serieus werk wil maken van het halen van die doelstelling en het effectief beschermen van de Nederlandse natuur, zullen er maatregelen getroffen moeten worden zoals het creëren van gebieden met een strikt beschermde status.
In het Nationaal Biodiversiteitsplan erkent Nederland het potentieel van de toepassing van nature-based solutions (actiedoel 11) om verschillende maatschappelijke opgaven tegelijk aan te pakken. Toch is het beleid op dit moment niet voldoende uitgewerkt. Het is duidelijk dat Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hoogwaardige kennis en expertise ontwikkelen op het gebied van nature-based solutions, zoals in het kennis- en innovatieprogramma NL2120, maar daarmee is het actiedoel nog niet gehaald.
Het is verontrustend dat dit kabinet de belangrijke ambitie om de Nederlandse ecologische voetafdruk tegen 2050 te halveren, heeft losgelaten. Zonder een concrete doelstelling voor het verkleinen van de voetafdruk is het onduidelijk hoe Nederland in streefjaar 2030 de voetafdruk van consumptie op een ‘rechtvaardige manier’ gaat verkleinen (zoals gesteld in actiedoel 16). Vergeleken met de rest van de wereld heeft Nederland een grote internationale ecologische voetafdruk en daarmee dus de verantwoordelijkheid om de nodige stappen te zetten om deze te verkleinen. Bovendien zal het verkleinen van onze voetafdruk ons minder afhankelijk maken van landen die natuurlijke grondstoffen en voedsel leveren.
Wij vinden de toon onder actiedoel 18 over schadelijke subsidies zorgelijk. Kijken naar publieke financiële stromen en prikkels is cruciaal voor het slagen van de andere biodiversiteitsdoelen. Er wordt in het Nationaal Biodiversiteitsplan op diverse plekken een valse tegenstelling gecreëerd tussen natuur en economie. Bijvoorbeeld onder actiedoel 15 waar gesteld wordt dat ruimte voor de economie belangrijk is en het kabinet bedrijven daarom de ruimte geeft om te ondernemen en bijstuurt waar nodig. Of onder actiedoel 18: ‘Het kabinet is zich ervan bewust dat het afschaffen of ombuigen van bepaalde geldstromen en prikkels ecologische druk kunnen verminderen, maar wil daarbij nadrukkelijk ook beschouwen of de biodiversiteitsvoordelen opwegen tegen de mogelijke maatschappelijke of economische nadelen voor de samenleving’.
Die spanning wordt juist in stand gehouden door deze subsidies en dat terwijl 510 miljard van de Nederlandse investeringen sterk afhankelijk is van de natuur[2]Indebted to nature – Exploring biodiversity risks for the Dutch financial sector – 2020 – DNB-PBL.
Het Nationaal Biodiversiteitsplan gaat onvoldoende in op het versterken van factoren die cruciaal zijn voor een succesvolle uitvoering, zoals financiering, regelgeving en samenwerking. De effectiviteit van het Nationaal Biodiversiteitsplan valt of staat bij de uitvoering van het beschreven beleid. Als de uitvoering niet verbetert en het kabinet de noodzakelijke keuzes om onze natuur te beschermen en herstellen blijft uitstellen, zullen de gestelde doelen niet bereikt worden. Nederland voldoet daarmee dan dus niet aan internationale verplichtingen. We adviseren het kabinet om voldoende financiële middelen vrij te maken en alle bestuurslagen in actie te brengen voor de uitvoering van het Nationaal Biodiversiteitsplan.
Een belangrijk onderdeel van het Biodiversiteitsverdrag is het monitoren, rapporteren en beoordelen van de voortgang op biodiversiteitsdoelen met een brede maatschappelijke betrokkenheid. Wij adviseren het kabinet om duidelijke, transparante mechanismen hiervoor op te zetten. Het Nationaal Dashboard Biodiversiteit [3]Het Nationaal Dashboard Biodiversiteit biedt overzicht of het realiseren van natuurdoelen in bereik komen.
Het is duidelijk terug te zien in het Nationaal Biodiversiteitsplan dat zogenaamde niet-statelijke actoren actief betrokken waren bij de totstandkoming van het plan. Maar deze betrokkenheid van niet-statelijke actoren moet niet ophouden bij de publicatie van het plan, ook in de verdere beleidsvorming en uitvoering van het Nationaal Biodiversiteitsplan moeten zij een serieuze rol krijgen. Ook moet dit de Nederlandse overheid niet vrijwaren van de eigen verantwoordelijkheid.
Het Nationaal Biodiversiteitsplan omvat ook een hoofdstuk voor Caribisch Nederland. Natuurbescherming en natuurherstel is ook daar hoognodig. Het Caribisch deel van ons Koninkrijk herbergt namelijk een rijke biodiversiteit die onder grote druk staat, wat vraagt om dringende maatregelen. Uit het plan komt naar voren dat een grote extra inspanning noodzakelijk zal zijn. Het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland dat hiervoor is opgesteld, zal meer moeten gaan omvatten. Daarnaast ontbreekt op dit moment voldoende en structurele financiering voor natuurbescherming in het Caribisch gebied.
Wereldwijd dreigt een miljoen soorten uit te sterven en ook in Nederland gaat het slecht met de biodiversiteit. Het KM-GBF is hét internationale beleidsmechanisme waarmee biodiversiteitsverlies wordt aangepakt. De succesvolle uitkomsten van de hervatte sessies van CBD COP16 in Rome afgelopen februari bieden een concrete weg voorwaarts om de natuur te financieren en de doelen van het KM-GBF te behalen. Nu het Nationaal Biodiversiteitsplan er ligt, kan ook Nederland verder met de uitvoering.
Als we volop inzetten op grootschalig natuurherstel, kunnen we onze uitdagingen op het gebied van biodiversiteit, klimaatverandering, water, voedsel en gezondheid samenhangend aanpakken.
Dit is een gezamenlijk bericht van de volgende Nederlandse natuur- en milieuorganisaties:
IUCN NL, IVN, LandschappenNL, Natuur & Milieu, Natuurmonumenten, SoortenNL, Vogelbescherming Nederland, WWF-NL, Waddenvereniging.