Liliana Jauregui Bordones nieuwe directeur IUCN NL
28 november, 2024
Dinsdag 22 januari 2019
Headerfoto door: Armadillo (c) Vincent Vos
“Tot voor kort was er nog maar heel weinig bekend over stroperij en handel in wilde dieren in Bolivia en Suriname”, zegt Liliana Jauregui van IUCN NL. “Dit rapport vult dat kritieke gat. Voor het eerst is er meer inzicht in de situatie rondom wildlife crime. Dat geeft houvast voor maatregelen om de illegale handel aan te pakken. “
Jaguarstroperij, illegale handel in huisdieren en illegale handel in bushmeat zijn de belangrijkste oorzaken van wildlife-criminaliteit in beide landen. In Suriname is ook de stroperij van zeeschildpaddeneieren een groot probleem. Die worden beschouwd als culinaire delicatesse.
“De meest verontrustende trend die we hebben gevonden was de toenemende handel in jaguaronderdelen, met name hoektanden”, zegt Jauregui. Dit lijkt bijna volledig te worden gedreven door de vraag vanuit China, waar jaguartanden, -vlees en -botten worden verwerkt tot medicijnen en sieraden.
In Bolivia is de stijging in jaguarhandel ingezet sinds 2012, zo blijkt uit cijfers van inbeslagnames. Tussen 2014 en 2016 ontdekte de Boliviaanse postdienst Ecobol maar liefst 300 jaguarproducten verdeeld over 16 zendingen, allemaal bestemd voor China. Veertien daarvan waren afkomstig van Chinese burgers die in Bolivia werkzaam waren.
In Suriname zijn er aanwijzingen gevonden dat men al in 2003 jaguaronderdelen verkocht aan Chinezen. Het lijkt erop dat de situatie sindsdien alleen maar is verslechterd. Uit het onderzoek blijkt dat een netwerk van Chinezen betrokken is bij het verhandelen van jaguaronderdelen vanuit het binnenland naar Paramaribo, waar ze verder verwerkt worden. Supermarkten, juweliers en andere winkels gerund door Chinese winkeliers worden gebruikt als dekmantel. Sociale media zoals Facebook en WeChat worden ook gebruikt voor het adverteren van producten.
Vandaag de dag zijn er naar schatting 2.000 tot 3.000 jaguars in het wild in Bolivia over. Het aantal jaguars in Suriname is onbekend.
Jauregui: “Hoewel het probleem van jaguarhandel op de radar staat van diverse belangrijke overheidsinstanties, is er simpelweg te weinig capaciteit om het aan te pakken. Voor heel Bolivia, met een oppervlakte van 1.099 km2 zijn een schamele 50 agenten beschikbaar voor de bescherming van wilde dieren.” Desondanks biedt een recente veroordeling van smokkelaars hoop. “In november 2018 zijn twee Chinese burgers veroordeeld tot respectievelijk vier en drie jaar gevangenis voor het smokkelen van 185 jaguartanden.”
Naast de recentere trend in jaguarhandel, vormt illegale handel voor huisdieren en voor menselijke consumptie al decennialang een probleem. Maar ook dit is aan verandering onderhevig, zo laat het rapport zien.
Van oudsher waren dieren uit Latijns-Amerika bedoeld voor zowel de nationale als de internationale huisdierenmarkt, met de Verenigde Staten en Europa als grootste afnemers. Dankzij strikte wetgeving is de export teruggedrongen, maar er is nog altijd een aanzienlijke binnenlandse huisdierenmarkt. Vooral papegaaisoorten zijn geliefd.
De illegale handel in levende dieren gaat gepaard met ernstig lijden. De dieren worden gesmokkeld in thermosflessen, nylonkousen en zelfs onderbroeken. Voor elk dier dat als huisdier wordt verkocht, sterven naar schatting 8 tot 10 dieren als gevolg van het transport.
Een laatste grote dreiging vormt de menselijke consumptie van dieren. Bushmeat, het eten van wilde dieren, is wijdverbreid in de meer afgelegen gebieden van zowel Bolivia als Suriname. Inheemse gemeenschappen zijn wettelijk toegestaan om te jagen voor eigen consumptie, maar commerciële jacht is illegaal. Uit het rapport blijkt echter dat dit wel degelijk gebeurt, en zelfs toeneemt als gevolg van de groeiende vraag naar bushmeat van Chinese arbeiders die werkzaam zijn in de infrastructurele projecten in de regio. Een bron verklaart dat Chinezen in de rurale gebieden regelmatig lokale mensen inhuren om voor hen op bushmeat te jagen. Hiervoor worden allerlei dieren gedood, waaronder herten, pekari’s, gordeldieren, tapirs, apen en slangen.
In Suriname blijft de illegale handel in zeeschildpaddeneieren een groot probleem. Het rapport maakt melding van zes gevallen tussen 2008 en 2017, waarbij 39.748 eieren werden geconfisqueerd. Bij één inval werden 23.500 eieren aangetroffen op een boot op de Marowijne-rivier, vlakbij de broedplek van de schildpadden, Galibi. Naar verwachting is dit het topje van de ijsberg, omdat slechts een klein percentage van de illegale handel wordt onderschept.
Suriname is een belangrijk leefgebied voor zeeschildpadden. Maar liefst vier van de zeven zeeschildpadsoorten op aarde gebruiken de stranden van Suriname om te nestelen. Allevier hebben een bedreigde status op de IUCN Rode Lijst van bedreigde soorten.
Opvallend is dat het rapport de infrastructurele ontwikkelingen in Bolivia en Suriname aanwijst als een sleutelfactor in de toename van stroperij. Nieuwe wegen maken het ondoordringbare bos toegankelijk voor stropers, terwijl de toestroom van arbeiders in de infrastructuur- en mijnindustrie, vaak van Chinese komaf, een vraag naar bushmeat creëert. Zij doden zelf ook geregeld dieren.
In Bolivia zijn bijvoorbeeld plannen om een snelweg te bouwen door het Isiboro Sécure Indigenous Territory en National Park (TIPNIS). Dit stuit op veel controverse, omdat men vreest dat dit onvermijdelijk zal leiden tot meer stroperij en illegale handel in planten en dieren.
Het rapport geeft verschillende aanbevelingen om wildlife crime een halt toe te roepen. Het versterken van de lokale handhaving is een groot aandachtspunt. Zowel in Bolivia als Suriname is de capaciteit ondermaats. Lokale gemeenschappen kunnen een belangrijke rol spelen in de preventie van stroperij. Jauregui: “Zij zijn de ogen en oren in het veld.” Ook moet de samenwerking tussen instanties op verschillende niveaus en tussen landen worden verbeterd. Tot slot kan nader onderzoek uitwijzen waar de precieze hotspots voor stroperij en handel zijn. Haast is echter geboden: “Er moeten urgent maatregelen worden genomen om te voorkomen dat deze regio haar meest iconische soorten verliest”, zegt Jauregui. “De tijd dringt.”