Landaankoopfonds ambassadeur Arjan Dwarshuis doneert aan de natuur
16 december, 2024
Maandag 07 november 2022
Headerfoto: Britta Jaschinski / IUCN NL
Brownsberg natuurpark is een beschermd gebied in Suriname. Het gebied heeft een enorme soortenrijkdom én een bodem die rijk is aan goud. Dat is op zijn zachtst gezegd een lastige combinatie. Steeds meer kale plekken doemen op in het bos. De warme oranje kleur van de kaalgekapte bauxietrijke aarde vormt een schril contrast met het weelderige groen. Wie de Irene Val, één van de bekendste en meest bezochte watervallen van het gebied, bezoekt, hoeft zijn blik maar te verplaatsen om de restanten van het werk van de goudzoekers te zien. Voor je zie je de prachtige waterval, waar kolibries en morfo-vlinders het natuurschoon compleet maken. Verplaats je blik echter naar rechts en een grote kale vlakte wordt zichtbaar op nog geen 100 meter afstand.
De Irene Val en de Leo Val waren altijd belangrijke toeristische attracties in Suriname. Zowel de watervallen zelf als de wandelingen er naartoe zijn prachtig. Maar veel gidsen kiezen nu voor alternatieve bestemmingen. De mijnbouw zorgt voor veel vervuiling in het natuurgebied en er zijn zorgen over instortingsgevaar van de watervallen door de nabijgelegen mijnbouw en ontbossing. De enige toegangsweg naar de berg is door een combinatie van zware regenval en de grote mijnbouwvoertuigen die er af en aan rijden, grote delen van het jaar ontoegankelijk geworden.
Brownsberg natuurpark is het beschermde gebied van ruim 12.000 hectare voornamelijk gelegen op een 515 meter hoge heuvel in het district Brokopondo in Suriname. Het natuurpark is bedekt met regenwoud dat behoort tot één van de Amazone-ecosystemen. In het gebied leven vele bijzondere dier- en plantensoorten, waaronder brulapen, jaguars en poema’s. Ook leven er zo’n 750 vogelsoorten.
De Stichting Natuurbehoud Suriname (STINASU), een dochterorganisatie van het ministerie van Ruimtelijke Ordering, Grond en Bosbeheer, beheert het Brownsberg natuurpark. Directeur van de stichting Kenneth Cyrus deed onlangs een noodkreet in de Surinaamse media. Er moet volgens hem snel hulp komen om een einde te maken aan de ongebreidelde illegale goudwinning in het natuurgebied, anders is de Irene Val niet meer te redden. ‘Goudzoek in het Brownsberg natuurpark en daaromheen moet per direct stopgezet en verboden worden, want anders verliezen we ons natuurgebied en een enorme trekpleister’, zegt hij in een radio-interview met ABC Suriname.
Aan de voet van de berg ligt het transmigratiedorp Brownsweg. De bewoners van het dorp zijn de duizenden mensen die in de jaren zestig van de vorige eeuw hun dorpen moesten verlaten toen die onder water kwamen te liggen door de bouw van de Afobakadam. Voor veel bewoners van het dorp is goudwinning hun belangrijkste bron van inkomsten. De combinatie van veel goud in de grond, minimale handhaving en toezicht door de overheid én de ligging relatief dicht bij de bewoonde wereld, veroorzaakt de wildgroei aan illegale mijnen.
De goudkoorts op en rondom de Brownsberg is niet nieuw: de berg is vernoemd naar de eerste goudmijnbouwer die het gebied bezocht in de 19e eeuw, John Brown.
Suriname is één van de groenste landen ter wereld: zo’n 93% van het land bestaat uit bos. De laatste decennia neemt de ontbossing in Suriname echter toe. Goudmijnbouw is hiervan de belangrijkste oorzaak. Goudzoekers maken veelal gebruik van kwik, dat zich bindt aan de gouddeeltjes zodat die eenvoudiger gewonnen kunnen worden. Dit kwik blijft lang in de natuur. Inmiddels zit het op veel plekken in hoge concentraties in de bodem en de rivieren. Zo vindt het zijn weg in de voedselketen met schade voor dier en mens tot gevolg.
Voor de vele soorten die in het gebied leven is de mijnbouw slecht nieuws. Met elke nieuwe mijn en elke toegangsweg erheen wordt hun veilige leefgebied kleiner. Dieren, waaronder grote katachtigen zoals de poema en de jaguar, komen zo steeds vaker in contact met mensen met een groeiend aantal conflicten tussen mens en dier tot gevolg.
Biologe Vanessa Kadosoe, betrokken bij het IUCN NL project Operation Jaguar, neemt al sinds 2010 interviews af met bewoners van Surinaamse dorpen om meer te leren over conflicten tussen mens en jaguar.
Hoewel jaguars en poema’s in Suriname volledig zijn beschermd door de Jachtwet (1954), leiden conflicten met boeren en dorpelingen regelmatig tot dodelijke interacties voor de grote katachtigen. Ook wordt er actief gejaagd op met name de jaguar. Het vlees en de andere onderdelen zoals de hoektanden, klauwen en de huid worden verkocht en gebruikt voor bijvoorbeeld sieraden of traditionele geneesmiddelen of illegaal gesmokkeld naar Oost-Azië. Dit probleem wordt de laatste jaren alleen maar erger in de kaart gespeeld door de oplopende armoede in het land en drang naar geld.
Daar komt bij dat er de laatste jaren een groeiende markt is ontstaan voor jaguarproducten, zoals de hoektanden, de huid, de botten en het vlees van het dier. Een markt die gedreven wordt vanuit Azië. Een inwoner van het Marron-dorp Kaja Paati in het binnenland van Suriname vertelde bijvoorbeeld: ‘Als de mannen uit het dorp vroeger een jaguar gedood hadden, lieten ze het dier liggen in een kreek. Het past niet in onze cultuur om de jaguar mee te nemen en diens vlees op te eten. Nu is dat anders. De mannen weten nu dat er handelaren zijn die veel geld betalen voor een gedode jaguar.’
Met het project Operation Jaguar bestrijden wij op verschillende manieren de stroperij en illegale handel van jaguars in Suriname. Door de criminele netwerken te ontmaskeren en de opsporing en vervolging door autoriteiten te professionaliseren willen we deze wildlife crime bestrijden, zodat de jaguar als toppredator zijn belangrijke rol in het ecosysteem kan blijven vervullen.