IUCN Rode Lijst: meer dan 40% van de…
13 november, 2024
Vrijdag 03 mei 2024
Headerfoto: © Odette Curtis-Scott
Renosterveld betekent ‘neushoornveld’, omdat er 300 jaar geleden zwarte neushoorns leefden in het gebied (totdat ze allemaal werden uitgeroeid door Europese kolonisten). Het is een uniek laaglandecosysteem dat deel uitmaakt van het Cape Floral Kingdom, het rijkste van zes plantenrijken ter wereld. Door het aantasten van het land voor landbouw is nog maar vijf procent van de oorspronkelijke omvang van het renosterveld over.
De urgentie om renosterveld te beschermen is hoog, zegt Odette Curtis-Scott, directeur van Overberg Renosterveld Conservation Trust. ‘Vroeger grapten mensen dat renosterveld het lelijke zusje van fynbos was [de dominante heide in het Fynbos-bioom]. Vele zagen het als een homogeen, saai, grijs landschap, maar het is zoveel meer. Dit zie je vooral in de lente, wanneer het ecosysteem tot leven komt. Het herbergt zoveel bijzondere en inheemse soorten, zoals de zwarte kiekendief, een vogelsoort dat een aanzienlijk deel van zijn broedhabitat is kwijtgeraakt door aantasting van hun habitat. Maar het meest uniek aan dit landschap is de uitzonderlijke diversiteit aan bloeiende planten, welke misschien wel de grootste is van alle mediterrane ecosystemen. Als we nu niets doen om het renosterveld te beschermen, zullen we deze soorten kwijtraken voordat de helft überhaupt een naam heeft.’
Odette Curtis-Scott, directeur van ORCT‘Als we nu niets doen om het renosterveld te beschermen, zullen we deze soorten kwijtraken voordat de helft überhaupt een naam heeft.’
Hoewel ze tegenwoordig haar leven wijdt aan het beschermen van het ecosysteem, begon Odette haar carrière niet met een specifieke interesse in het renosterveld. ‘Tijdens mijn masterstudie deed ik onderzoek naar de bedreigde zwarte kiekendief. Ik bestudeerde hun broedgebieden in het renosterveld, en bracht hier dagen door terwijl ik de landschappen observeerde om te zien of de kiekendieven hier wel of niet broedden. Toen realiseerde ik me voor het eerst de mate van degradatie van deze ecosystemen, onder andere door overbegrazing door schapen en ander vee. Ik zag ook gebrek aan effectief brandbeheer, wat nodig is aangezien incidentele branden bij de habitatten in deze regio horen. Ik realiseerde me al snel dat een groot deel te wijten was aan de negatieve kijk van de boeren op renosterveld. Ze noemden het ‘bossieveld’ of ‘uitvalgrond’ – het laatste betekent direct vertaald ‘braakland’. En de natuurbeschermingsgemeenschap bewust was van de rijke biodiversiteit van renosterveld, deed niemand echt iets om het te beschermen.’
Dit laatste was gedeeltelijk was dit te wijten aan het feit dat al het land waarop overgebleven restanten van het renosterveld te vinden zijn privé-eigendom is, zegt Odette. ‘Het was een complexe situatie. We moesten met letterlijk elke individuele boer samenwerken om de bredere ecosystemen van het renosterveld te beschermen, en ik denk dat dit mensen afschrikt. Maar ik wilde het proberen. In 2003 had het Zuid-Afrikaanse Nationale Biodiversiteitsinstituut (SANBI) een zeer uitgebreid plan opgesteld voor de laaglanden, inclusief renosterveld. Elk restant van het renosterveld werd in kaart gebracht met behulp van satellietbeelden en er werkten een heel team van experts aan. Helaas werd het plan op de lange baan geschoven en gebeurde er niets. Tijdens mijn onderzoek naar de zwarte kiekendief kwam ik deze kaarten tegen en nadat ik mijn master had afgerond, waagde ik de sprong in het diepe en vroeg ik de provinciale natuurbeschermingsorganisatie CapeNature mij een baan te geven om het SANBI Lowlands plan voor renosterveld in de Overberg uit te voeren. Tot mijn verbazing zeiden ze ja!’
Zoals verwacht was het geen gemakkelijke klus en het was moeilijk om boeren aan boord te krijgen vanuit een overheidsorganisatie. ‘Er was veel weerstand bij de boeren: ze waren bang om contracten met de overheid te tekenen in het instabiele politieke klimaat van die tijd, onder andere omdat ze bang waren voor onteigening van hun land,’ vertelt de natuurbeschermer. Daarom bedacht ze een andere strategie: ‘Ik zag dat we een aanpak nodig hadden die boeren als minder bedreigend voor hun levensonderhoud zagen. Ik in 2012 de Overberg Renosterveld Conservation Trust (ORCT) begonnen, omdat ik dacht dat werken via een NGO effectiever zou zijn.’
Odette Curtis-Scott, directeur van ORCT‘Om leven in het landschap te zien, moeten boeren rekening houden met natuurlijke systemen bij het beheer van hun land. En dit vertaalt zich natuurlijk ook op wereldschaal: mensen en overheden moeten de natuur waarderen. Onze prioriteiten moeten veranderen.’
De ORCT heeft een zeer persoonlijke aanpak van natuurbehoud. ‘We kwamen erachter dat het opbouwen van een één-op-één relatie het beste werkt. De relatie tussen ‘de groentjes’ [natuurbeschermers] en de boeren moest veranderen, omdat deze vroeger erg paternalistisch was: de groentjes droegen uniformen en vertelden de boeren in wezen wat ze wel en niet konden doen. Nu werken we meer samen. Maar het kostte tijd om vertrouwen op te bouwen en sommige landeigenaren voelen nog steeds wantrouwen tegenover ons,’ vertelt Odette.
Tijdens haar gesprekken met landeigenaren in het gebied leerde ze meer over hoe boeren aankijken tegen het unieke ecosysteem dat ze wil beschermen. ‘Voor de meeste boeren was het renosterveld er gewoon, het zat een beetje in de weg. Vaak is het alleen behouden gebleven omdat het land te steil, te rotsachtig of te nat is om gewassen op te verbouwen.’ Odette heeft het haar missie gemaakt om boeren de waarde van het ecosysteem te laten zien door een vertrouwensrelatie op te bouwen. ‘We gaan naar de boerderij, drinken koffie en vragen of we naar hun land mogen kijken, waar we foto’s maken. Als we een paar keer zijn geweest, geven we ze een rapport met details over welke soorten we op hun land hebben gevonden en welke van deze soorten bedreigd zijn. We proberen een gevoel van trots en verantwoordelijkheid voor het ecosysteem te stimuleren.’
Odette’s droom is dat landeigenaren in Zuid-Afrika de intrinsieke waarde van hun land gaan zien, vooral als het geen financiële waarde heeft, ‘wat niet betekent dat het niet de moeite waard is om te behouden,’ aldus Odette. ‘Boeren moeten rekening houden met natuurlijke systemen bij het beheren van hun land. Dit vertaalt zich natuurlijk ook naar de rest van de wereld: mensen en overheden moeten de natuur waarderen. Onze prioriteiten moeten veranderen.’
Dankzij het werk van het ORCT keert het tij voor renosterveld. ‘We zien enorme veranderingen onder boeren. Ze zijn zich bewust geworden van de schoonheid van hun land en wat het waard is naast alleen de geldwaarde.’ Om dit te bereiken heeft de ORCT tot nu toe meer dan 4600 hectare renosterveld ondergebracht in conservation easements (een contract wat de ORCT rechten geeft wat betreft het landbeheer, om zo het land en de biodiversiteit te behouden) met meer dan 20 landeigenaren. De organisatie richt zich op het moment op een prioriteitscluster voor de aankoop van land, vanwege de hoge connectiviteit en uitgestrekte gebieden renosterveld die zich in dit specifieke gebied bevinden.
Vorig jaar verwierf de ORCT meer dan 500 hectare renosterveld op Plaatjieskraal, na zestien jaar onderhandelen met de landeigenaar. Plaatjieskraal wordt toegevoegd aan het bestaande Haarwegskloof Renosterveld Reserve (aangekocht door WWF South Africa in 2013) en samen vormen ze het meest uitgestrekte gebied van beschermd renosterveld ter wereld. Deze reservaten worden gezamenlijk beheerd door het ORCT en het team gaat door met het consolideren van één groot reservaat door het ondertekenen van conservation easements en het aankopen van extra renosterveld in de omgeving
Odette Curtis-Scott, directeur van ORCT‘Er waren veel momenten waarop ik het wilde opgeven. Maar het zien van de voortdurende achteruitgang van renosterveld zorgde ervoor dat ik, en mijn collega’s, doorgingen. Toen we uiteindelijk het land aankochten, voelde het onwerkelijk: zestien jaar werk dat eindelijk vruchten afwierp.’
Het veiligstellen van Plaatjieskraal was geen gemakkelijke taak, zegt de natuurbeschermer. ‘Er waren veel momenten waarop ik het wilde opgeven. Maar het zien van de voortdurende achteruitgang van renosterveld zorgde ervoor dat ik, en mijn collega’s, doorgingen. Toen we uiteindelijk het land aankochten, voelde het onwerkelijk: zestien jaar werk dat eindelijk vruchten afwierp. We bezochten Plaatjieskraal kort daarna en voelden zo’n opluchting dat we wisten dat dit prachtige land, en alles wat erop leeft, behouden zal blijven.’
Vandaag de dag heeft Odette het gevoel dat het werk dat het ORCT doet steeds meer erkenning krijgt. ‘De enorme internationale steun bij de aankoop van Plaatjieskraal was een grote boost voor ons zelfvertrouwen. We zien dat we een rol hebben in natuurbehoud, mensen merken ons op en ze willen er zeker van zijn dat we kunnen blijven bestaan. Uiteindelijk is het mijn droom om deze organisatie zover te krijgen dat ik ervan weg kan lopen, wetende dat het zal blijven bestaan. Dat is wat een nalatenschap achterlaten betekent.’
In 2023 heeft het IUCN NL Landaankoopfonds samen met WWF South Africa, World Land Trust, and WildLandscapes International het ORCT ondersteund in het veiligstellen van 500 hectare renosterveld in de Westkaap van Zuid-Afrika. Deze samenwerking biedt hoop voor soorten die anders voor altijd dreigden te verdwijnen.