IUCN Rode Lijst: meer dan 40% van de…
13 november, 2024
Woensdag 06 december 2017
Headerfoto: Acadjas in Lake Nokoué, Benin © Maxime Eiselin
Al zo’n tweehonderd jaar gebruiken Beninse vissers de acadja-methode om vis te vangen. Door een netwerk van mangrovetakken in het water te plaatsen, wordt een kunstmatig leefgebied voor vissen gecreëerd. Dit traditionele takkensysteem biedt vissen bescherming tegen roofdieren, kraamkamers om zich voort te planten, en voedsel uit algen en andere organismen die op het hout leven. Door deze gunstige omstandigheden leven er in de acadjas veel meer vissen dan in de rest van het gebied. Vissers maken daar handig gebruik van door na een aantal maanden hun netten om de acadja te slaan en de oogst op te halen.
Maar nadat de vissers hun netten hebben opgehaald, blijven de houten constructies achter op de bodem van het meer. “Ze worden niet opnieuw gebruikt,” vertelt Maximin Djondo, directeur van BEES. “Men kapt gewoon hout voor nieuwe constructies. Zo verdwijnen mangrovebossen en slibt het meer langzaam dicht.”
Door het gebruik van mangrovehout voor deze constructies, verdwijnen de natuurlijke kraamkamers voor vissen. Dat leidt op termijn tot een lagere visstand, terwijl een groot deel van de bevolking afhankelijk is van vis uit het meer. Bovendien leidt het kappen van de mangroves tot instabiele rivierwanden, met erosie tot gevolg. Daardoor komen de kwaliteit en de kwantiteit van het water in het geding.
“De acadja-methode is een traditie die al eeuwenlang wordt gebruikt,” vertelt Djondo. “Het probleem is dat steeds meer vissers deze techniek gebruiken en de situatie niet lang meer houdbaar is.” De laatste decennia zijn de mangroves zo schaars geworden dat mensen hun toevlucht nemen tot illegale houtkap van acacia’s in bovenstroomse bosreservaten in het Ouémé bassin, met nog meer bodemerosie tot gevolg. “De acacia’s verdwijnen sneller dan ze weer aangeplant kunnen worden,” aldus Djondo. “Daarom gebruiken mensen nu zelfs palmboomtakken, die uiteindelijk op de bodem van het meer belanden.”
Om de schaal van het probleem in kaart te brengen, zet BEES een drone in om overzichtsfoto’s te maken vanuit de lucht. “Zo kunnen we laten zien op welke plekken in het meer de acadja-methode wordt toegepast en brengen we de staat van het mangrovebos rond het meer in kaart,” legt Djondo uit. “Met die informatie gaan we eerst naar de gemeenschappen die de acadja-methode toepassen om de kost te winnen. Zij kunnen bevestigen of de verzamelde informatie correct is. En het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van de gevolgen van het gebruik van deze mangrove-constructies. Ze zullen de visserij op een duurzame manier willen organiseren, want zonder vis zijn ze nergens.”
Zodra de vissersgemeenschappen overtuigd zijn van de noodzaak om over te stappen op duurzame methoden, wil BEES samen met hen naar de lokale autoriteiten stappen. “Met een regelmatige update van de dronebeelden kunnen we aantonen hoe de acadjas uitbreiden en het bos onder druk staat. Vervolgens kunnen we – samen met de betrokken vissersgemeenschappen en autoriteiten – een plan maken om de visserij duurzaam in te richten.”
Behoud van het mangrovebos in het Nokoué-meer is niet alleen van belang om voedselvoorziening en inkomsten uit visserij van lokale gemeenschappen in stand te houden. Mangroves zorgen ook voor ecosysteemdiensten zoals sediment-retentie, waterpurificatie, het tegengaan van oever-erosie, en bescherming tegen de gevolgen van klimaatverandering door het mitigeren van stormen en overstromingen.